Hier beschrijf ik waar wij met rashond rekening mee houden, niet alleen dat ze een stamboom registratie hebben. (tegenwoordig word dit ook dmv DNA onderzocht)
Wat natuurlijk heel belangrijk is, is om de twee beste (reu en teef) bij elkaar te kunnen zoeken, moet er zeker ook naar de voorouders gekeken worden.
Het lijkt zo eenvoudig, twee dezelfde rassen bij elkaar en klaar er komt een nest. Maar bij een goed gefokt nest komt wel heel wat meer kijken, dan zomaar twee van hetzelfde bij elkaar.
1) Vind ik altijd nog het karakter (vandaar dat wij er jachttraining mee doen, niet voor mee te jagen, maar je komt beter achter het karakter.)
2) Gezondheid…..in elk ras komen erfelijke ziektes voor, heel belangrijk is dat dit al heel wat generatie’s goed moet zijn.
3) Een gezonde bouw van het lichaam van de hond.
Het begint allemaal al bij het uitzoeken van de juiste hond in een nest, zowel een fokteefje als een dekreutje moeten zorgvuldig uit gezocht worden.
Dit is belangrijk om weer het beste door te geven in het nageslacht, voor een fokker is belangrijk om een tentoonstelling te bezoeken, en door een erkent keurmeester te laten keuren, onze honden lopen alleen internationale shows waar keurmeesters uit heel Europa komen. Je krijgt er feedback over de kwaliteit van je gefokte hond. Er wordt op meer dan 30 punten gelet.
Deze punten zijn niet alleen belangrijk om de juiste rasstandaard te bepalen, maar ook voor de hele beweging of te wel het gangwerk van de hond. De hoge eisen aan de anatomie zijn dan ook bepalend voor de snelheid en de wendbaarheid.
Zo streven wij er na om de flatcoated in stand te houden met alle goede eigenschappen als niet te verbeteren. Met 7 weken hebben ze dezelfde verhouding als een volwassen hond, door middel van goede foto’s van de juiste stand met elkaar te vergelijken.
Ogen: Een goede ogentest is vereist, er kunnen zich wel 17 verschillende oog problemen voordoen, daarom worden al onze honden door een oogarts die aangesloten is bij de ECVO (European College of Veterinary Oogarsten) http://www.ecvo.org/ getest.
Patella: Ook een belangrijke erfelijke fout die kan optreden als er niet op onderzocht wordt, MAAR LET OP!!!!……..dit onderzoek mag alleen uitgevoerd worden door een specialist die het onderzoek doet met het Meutstege Protocol.
En dit zeker NIET voor dat de hond ruim een jaar oud is, anders maak je meer stuk dan dat er onderzocht kan worden..!!!!
Ze moeten vrij zijn, er mag ook met gr 1 gefokt worden maar dan moet de andere reu of teef wel geheel vrij zijn en dat meerdere generatie’s. Bij gr 2-3 en 4 mag er niet mee gefokt worden.
Heupen: Heupdysplasie (HD) kan ook erfelijk zijn, daarom moeten alle heupen worden getest. Gelukkig hebben wij hier al meerdere generatie’s A heupen…..Maar HD kan ook verkregen worden door fout (zeker met een jonge hond) om te gaan. Verkeerde voeding (voedingssupplementen) waardoor de hond te snel veel te groot wordt. Daarnaast ook overmatig bewegen als te jong traplopen en te hoog springen, kunnen zeker een slecht HD veroorzaken.
Bij het fokken van honden zonder stamboom, wordt het moeilijk om er achter te komen of ze erfelijke ziektes hebben. Al zou je beide ouder honden laten testen reu en teef, nog dan weet je niet wat hun voorouders al dan niet met zich mee dragen. In hoever er inteeld is, en komen in de achterliggende familie ziektes voor…worden deze door (soms zonder het te weten) dubbel gefokt ook dubbel terug kan komen…! Goede voorouders geven ook dubbel hun goede eigenschappen door.
Meten is weten
Castratie
Nadelen van Castratie
-Onomkeerbaarheid.! De Ingreep is onomkeerbaar, dat wil zeggen eenmaal uitgevoerd is een castratie niet meer terug te draaien. -Gewichtstoenamen: na een castratie heeft een teef sneller de neiging te zwaar te worden. Een aanpassing van voeding is in veel gevallen noodzakelijk en het is dan aan te raden het gewicht van de hond na de castratie regelmatig te controleren. De gewichtstoenamen worden voor een deel veroorzaakt door een verlaging van de schildklierfunctie. Door de gewichtstoenamen zullen arthrose processen versneld verergeren. En natuurlijk zijn er nog meer nadelen van overgewicht en huidklachten, problemen van de narcose en operatie, enz. -Urine incontinentie: bij 20% van de gecastreerde honden kan een hormonaal geïnduceerde urine incontinentie optreden. Vooral bepaalde rassen blijken gevoeling te zijn. De incontinente is over het algemeen goed te behandelen, maar de behandeling zal voor de rest van het leven nodig zijn. Is het ’t waard de rest van het leven zijn/haar op medicijnen te zetten.? Het typisch beeld is onwillekeurig urine verlies op rust (slaap) uw hond wordt wakker in een natte mand en zal zelf ook onder urine zitten. -Verandering van vachtstructuur, bij flatcoat kan na castratie de vachtstructuur veranderen het hele jaar door, de vacht wordt dikker vaak valer en opener. -Verandering in gedrag: Sloomheid, lusteloosheid, maar vooral ook onzeker en agressie die na castratie kan verergeren. Gedrachtsverandering geven ook verschuivingen in de roedelhiëragie. Geslachtshormonen hebben een sterke invloed op de stofwisseling en dus ook op de welbevinding. Een wat angstige of onzekere hond kan na de castratie zich ontwikkelen als een angstbijter.
Medische redenen voor een ovario(hyster)ectomie of castratie
-Suikerziekte -Pyometra (baarmoederontsteking) met ophoping van etter 1-2 maanden na de loopsheid. -Tumoren van de testikels, prostaat problemen van de reu. -Een ernstige therapieresistente schijndracht
Als uw hond normale cyclus heeft, de loopsheid volledig normaal verloopt, er geen (goed te behandelen) schijndracht of melkkliertumoren zijn, dan is er geen reden om uw hond te laten opereren. Het is natuurlijk ook min of meer de plicht van een hondeneigenaar om beperkt ongemak te accepteren, zonder daar onmiddellijk op in te grijpen. We moeten geen onderdelen slopen, voor ons eigen gemak of om een beetje zekerheid te hebben voor de toekomst. En gelukkig is de gemiddelede teef maar twee maal per jaar gedurende drie weken loops. En castratie van de hond wordt door ons dan ook niet gezien als een routinebehandeling die klakkeloos bij iedere teef of reu moet worden uitgevoerd.
Bron WHG dierenarsten
Kleur vererving bij de flatcoated
De verhoudingen kloppen hier niet altijd, maar goed te zien hoe je er een kleur infokt.
De eerste flatcoats in Nederland waren alleen zwart, lang mocht er niet op liverkleur (bruin) gefokt worden…bij Roughcovers kwam het eerste geregistreerde (FRC) nest met liverkleurige hondjes erin (oma van onze Pam zat daar bij)
Ook kwamen in die tijd al gele flatcoats uit enkele nestjes…hier mocht niet mee gefokt worden binnen de FRC. Enkele jaren geleden gaf de Raad van Beheer de kleuren vrij, met de bedoeling dat er een ruimere genenpool zou kunnen komen. Dit wil niet zeggen, en lijkt me, op dit moment ook onverstandig om nu op geel te gaan fokken. Omdat er veel te weinig gele zijn om een gezonde genenpool te krijgen.
Liverkleur daar in tegen waren al de nodige jaren (en ook altijd al erbij in Zweden en andere landen)….waardoor het wel mogelijk is, maar ook moeilijk blijft. Zo komen soms liverkleurig terug na enkele generatie’s zwart. Deze nemen dan weer de genen mee van eerder alleen zwart combi’s. Met een DNA onderzoek kan men zien welke kleur er verborgen zit.
Dit nestje werdt in 2012 in Zuid Africa bij Amanda de Wet Swart geboren….er waren zwarte, liver donker, liver licht en geel en zelf witte flatcoats bij. Voor mij is het zeker dat licht en donker liver….twee verschillende genen zijn. Net als wit en geel, maar dit is nog niet bewezen. Wel kleurt de liver sneller licht in de zomer, dit heeft ook met de lengte en dikte van de vacht te maken.
